Pelikan Toledo M900

De kunst van het werken met Damascusstaal gaat duizenden jaren terug. Het houdt in dat stalen of ijzeren voorwerpen worden versierd door een patroon in het oppervlak te graveren. Vervolgens wordt een dun laagje goud over het patroon gelegd en met behulp van een hamertje diep in het materiaal gegraveerd. Om het nieuwe patroon te tonen, wordt het voorwerp verhit tot ongeveer 800 °C. Hierdoor oxideren de stalen oppervlakken en worden ze zwart, terwijl het goud begint te glanzen. Deze techniek reisde met de Arabieren mee naar Spanje en is door de eeuwen heen geperfectioneerd, met name in de beroemde Spaanse stad Toledo.
In 1931 paste Pelikan deze techniek met zoveel succes toe op het Toledo-model dat het ontwerp door de jaren heen vrijwel onveranderd is gebleven. Tegenwoordig bestaat de decoratieve huls uit één stuk sterlingzilver. Deze wordt zorgvuldig in verschillende stappen behandeld totdat het motief bedekt is met een laagje goud (of palladium om een ​​zilveren oppervlak te verkrijgen). Elke Toledo-vulpen is een uniek exemplaar, gemaakt in Duitsland. Dit komt doordat de kleine gravures in het motief met de hand worden gemaakt, waardoor elke Pelikan-veer tot leven komt. Door de grote hoeveelheid werk kunnen er maximaal 200 exemplaren per maand worden gemaakt. De dop, het voorstuk en het eindstuk zijn gemaakt van zwart, hoogwaardig hars. Als je een Toledo-vulpen bezit, bezit je een kunstwerk én een klein stukje geschiedenis.